AREI 2020 De elektrische veiligheidsinstallaties (vitale kringen)

Voor wie

Elektriciens en onderhoudsverantwoordelijken van huishoudelijke en niet-huishoudelijke elektrische installaties, asset managers, alle ontwerpers van elektrische installaties, studiebureaus, onderhoudstechnici en –ingenieurs, architecten, zaakgelastigden,  werkleiders, tekenaars, berekenaars/bestekverantwoordelijken, installateurs-elektriciens van huishoudelijke en niet-huishoudelijke installaties, preventie- en beschermingsadviseurs, coördinators ontwerp en/of verwezenlijking van tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, en elke andere persoon die betrokken is bij het ontwerp, de verwezenlijking en het onderhoud van elektrische installaties, zonder de opdrachtgever en de werkgever te vergeten.

Inhoud van de opleiding

-       Nieuwe specifieke definities

-       Wat zijn de doelstellingen van het functiebehoud ?

-       Hoe kiest u de bronnen, het materieel, de stroombanen en de elektrische leidingen specifiek voor deze veiligheidsinstallaties ?

-       Welke maatregelen moeten worden getroffen bij het uitvallen van de normale bron ?

-       Welke maatregelen moeten worden getroffen in geval van brand ?

-       Wat zijn de karakteristieken van de schakel- en verdeelborden ?

-       Wat zijn de karakteristieken van de elektrische leidingen, de leidingen ten behoeve van communicatie en informatietechnologie, signalisatie en bediening van de veiligheidsverbruikers ?

-       Welke maatregelen moeten worden getroffen in geval van een elektrische fout ? (overbelasting, kortsluiting, aardfouten)

-       Wat zijn de bijzondere voorschriften voor deze installaties ?

Objectieven

Naar aanleiding van de publicatie van het nieuwe AREI werd artikel 104 van het oude AREI immers volledig herzien, zodat de voorschriften nauwer aansluiten bij de realiteit, op grond van feedback van het terrein.

De eigenaar, beheerder of uitbater van een elektrische installatie moet :

- een risicoanalyse van de veiligheidsinstallaties maken ;

- de correcte keuze en installatie van het elektrisch materieel, de uitrustingen en de machines voor die installaties bewijzen ;

- de veiligheidsinstallaties, de functiebehoudstijd van elke veiligheidsverbruiker en de karakteristieken van de veiligheidsbronnen bepalen.